CAO AKKOORD IN DE PLUIMVEEVERWERENDE INDUSTRIE 2025-2027

Preambule
Op 13 februari, 24 februari, 6 maart, 20 maart en 29 april 2025 hebben werkgevers (Nepluvi) met de vakbonden FNV en CNV onderhandelingen gevoerd over een nieuw tot stand te brengen cao voor werknemers in de Pluimvee verwerkende industrie.

Een belangrijk onderdeel van de nieuwe cao is de invoering van een nieuw loongebouw per 1 juli 2025.

1. Looptijd
De cao treedt in werking op 1 april 2025 en eindigt op 31 maart 2027. (24 mnd)

2. Verbetering van het loongebouw

Vakvolwassen salarisgroepen 1 t/m 6
Het nieuwe loongebouw kent als basis de uurlonen voor de salarisgroepen 1 tot en met 6. Vanuit deze uurlonen worden de week-, 4 weken- en maandbedragen berekend.
De stappen tussen de functiejaren worden gelijkmatiger verdeeld. Iedere salarisstap bedraagt ca. 2,5% (m.u.v. groep 2.1)
Per 1 juli vervalt de eindejaarsuitkering van 2,15%. In plaats daarvan worden de salarissen met 2% verhoogd. Dit is een financiële verbetering voor werknemers, niet alleen omdat je het geld eerder ontvangt maar ook omdat je daarover vakantiegeld ontvangt.
Het nieuwe loongebouw verhoogt verder het maximum salaris met 1%, door een extra functiejaar toe te voegen aan iedere salarisgroep. Hierdoor wordt het perspectief van alle werknemers verbeterd. Voor werknemers die op dit moment met hun salaris op het maximum van hun schaal zitten, betekent dit dat zij er direct per 1 juli 2025 1% bij krijgen.

Doordat de schaalbedragen tussen het nieuwe minimum en maximum van de nieuwe salarisschalen afwijken van de huidige bedragen zullen alle werknemers per 1 juli in het nieuwe salarisgebouw ingedeeld worden. Het huidige salaris blijft tenminste gelijk maar kan hierdoor in een aantal gevallen ook hoger uitvallen. Niemand gaat er ten opzichte van zijn huidige salaris op achteruit.

In de bijlage zijn de nieuwe salarisschalen opgenomen.

Wijzigingen leeftijdsschalen:
Ten aanzien van de leeftijds-salarisschalen worden met ingang van 1 juli 2025 de volgende verbeteringen doorgevoerd:

De vakvolwassen leeftijd wordt verlaagd naar 18 jaar. Dit betekent dat de werknemer bij het bereiken van deze leeftijd 100% van het salaris gelijk aan trede 0 van de salarisschaal behorende bij zijn functiegroep ontvangt. De salarisschalen voor de leeftijden 19 en 20 jaar komen te vervallen.

– De salarisschaal voor de leeftijd 16 jaar wordt 70% van trede 0
– De salarisschaal voor de leeftijd 17 jaar wordt 80% van trede 0
– De salarisschaal voor de leeftijd 18 jaar wordt 100% van trede 0

3. Salarisverhogingen

A. Verhoging van de nieuwe cao salarisschalen 2 tot en met 6
Per 1 juli 2025 wordt de eindejaarsuitkering ingebouwd in het maandsalaris. Ter compensatie van het vervallen van de eindejaaruitkering vanaf 2025 en de inbouw daarvan in het maand/periode salaris, wordt per 1 juli 2025 een eenmalige uitkering betaald van 6/12 deel van 2,15% = 2.15% van het verdiende inkomen in de periode januari tot juli 2025, vermeerderd met de in geld betaalde vergoeding voor overwerk inclusief de overwerktoeslag

a. Per 1 juli 2025 worden de salarissen en salarisschalen van het nieuwe loongebouw structureel met 4% verhoogd.
b. Per 1 juli 2026 worden de salarissen en salarisschalen structureel met 3 % verhoogd.
c. Per 1 januari 2027 worden de salarissen en salarisschalen structureel met 0,5 % verhoogd.

B. Verhoging van de salarissen van functies ingedeeld boven functie- en salarisgroep
Per 1 juli 2025 wordt de eindejaarsuitkering ingebouwd in het maandsalaris. Ter compensatie van het vervallen van de eindejaaruitkering vanaf 2025 en de inbouw daarvan in het maand/periode salaris, wordt per 1 juli 2025 een eenmalige uitkering betaald van 6/12 deel van 2,15% = 2.15% van het verdiende inkomen in de periode januari tot juli 2025, vermeerderd met de in geld betaalde vergoeding voor overwerk inclusief de overwerktoeslag.

a. Per 1 juli 2025 worden de salarissen structureel met 3 % en vervolgens met € 35,- per maand (voltijdsbasis) verhoogd.
b. Per 1 juli 2026 worden de salarissen structureel met 2% en vervolgens met €35,- per maand (voltijdsbasis) verhoogd.
c. De salarissen worden per 1 januari 2027 structureel met 0,5% verhoogd.

4. Reiskosten woon- werkverkeer
Per 1 januari 2026 wordt de vergoeding voor reiskosten woon- werkverkeer in artikel 70 cao verhoogd van € 0,17 naar € 0,18. (overige voorwaarden blijven gelijk)

5. Ontwikkeling
In de werkgroep scholing zal worden bekeken of een sectorale scholingsplan met start- en doorstroomopleidingen tot de mogelijkheden behoort;

6. Overwerk
– Overuren bij deeltijdwerk moeten met overwerktoeslag worden uitbetaald volgens een uitspraak van het Europees Hof van Justitie. De cao zal conform die uitspraak worden aangepast. Ook deeltijdmedewerkers hebben dan recht op een overwerktoeslag als zij meer uren werken dan de overeengekomen contractuele arbeidsduur;
– Voor meer gewerkte uren door werknemers die deelnemen aan de regeling duurzame inzetbaarheid (80/97/100 en 80/98/100) tot de omvang van het oorspronkelijke dienstverband geldt geen overwerktoeslag. Deelnemers aan deze regeling van 58 jaar en ouder kunnen niet verplicht worden tot het maken van overuren.

7. Pensioen
De afspraak die op 6 juni 2024 in het Gemandateerd Overleg Nieuwe Pensioenregeling is gemaakt dat aanvullend ouderschaps- en geboorteverlof over het betaalde salaris pensioengevend is, wordt opgenomen in de cao.

8. Roostering en toeslagen
Er wordt een werkgroep geformeerd om de mogelijkheden te analyseren voor roosters ten minste 28 dagen van tevoren bekend te maken, evenals op sectorniveau een analyse en advies te maken op de toeslagen in de cao.

9. Uitzendkrachten
Met betrekking tot uitzendarbeid in de pluimveeverwerkende zullen de volgende maatregelen genomen worden:
– CAO partijen leggen de aanbevelingen van de Taskforce Vlees vast in een convenant voor de sector pluimveeverwerkende industrie.
– Aanscherping van het sanctiebeleid bij overtreding van de NEN+ eisen zoals besloten in het harmonisatieoverleg.
– De werkgever geeft de uitzendkracht die 21 maanden werk verricht in zijn bedrijf schriftelijk het aanbod dat hij een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd aangeboden krijgt per datum dat hij twee jaar werk (24 maanden) verricht in zijn bedrijf.
De uitzendkracht laat aan werkgever tijdig schriftelijk weten of hij het aanbod wel of niet accepteert. De uitzendkracht mag tot uiterlijk 3 maanden na ingangsdatum van de arbeidsovereenkomst terugkomen op zijn eerder genomen besluit om het aanbod niet te accepteren.
– CAO partijen zullen een paritaire groep te formeren, met als doel om de nakoming van de CAO door uitzendbureaus te monitoren.

10. RVU
Er komt een nieuwe RVU regeling per 1 januari 2026. Een paritaire werkgroep onderzoekt op welke wijze deze regeling aan kan sluiten op de organisatorische en financiële structuren van de huidige RVU- regeling.

Ook bekijkt de werkgroep of een financieel inzichtgesprek via Comminz onderdeel wordt van de regeling, waarbij het financieel inzichtgesprek (deels) vanuit Stichting OFP wordt gefinancierd.

11. Hitteprotocol
De pilotfase van het hitteprotocol zoals in de vorige CAO is afgesproken zal voor de looptijd van deze CAO worden gecontinueerd.

12. Overig
In de cao zal worden opgenomen dat als een werkgever een loonsanctie opgelegd krijgt van het UWV, het inkomen voor de medewerker gedurende deze loonsanctie gelijk is aan het loon dat in de tweede ziektejaar wordt uitbetaald.

Toelichting

Uitzendkrachten
en behoeve van de commissie cao redactie denken wij dat met onderstaande tekst de bedoeling en leesbaarheid van een nieuwe cao-redactie wordt verduidelijkt.

‘De werkgever biedt de uitzendkracht die 2 jaar werk heeft verricht in zijn bedrijf schriftelijk een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd aan. De uitzendkracht ontvangt uiterlijk 3 maanden voor het einde van de uitzendperiode van 2 jaar een schriftelijke arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd, die aansluit op de uitzendperiode van 2 jaar. De uitzendkracht kan gedurende de periode van 3 maanden vanaf het moment van aanbieden, het aanbod schriftelijk aanvaarden. Een eventuele afwijzing van het aanbod in deze periode door de uitzendkracht kan de uitzendkracht herroepen door alsnog binnen de termijn van 3 maanden het aanbod schriftelijk te aanvaarden. Indien de uitzendkracht het aanbod niet aanvaardt blijft hij uitzendkracht.’

Overgang loongebouw
In bijlage 2 is onder de (technische) uitgangspunten van het nieuwe loongebouw onder het 11e gedachtestreepje vermeld, dat de overgang plaats vindt per (fictieve) datum 31 (! ) juni om aan te geven dat eerst de indeling/overgang naar het nieuwe loongebouw plaats vindt. Dit om de gevolgen van de overgang van oud naar nieuw transparant te maken.

Loongroep II-0
De bedragen zoals in de loontabel voor loongroep II-0 opgenomen zijn juist. Zoals in het 9e gedachtestreepje bij de uitgangspunten bijlage 2 is aangegeven is loongroep II-0 gefixeerd op Euro 14,69 per 1 juli 2025. Dit bedrag is gebaseerd op WML per 1 juli 2025 (Euro 14,40) + 2% EJU. De eerstvolgende verhoging voor loongroep II-0 is 3% per 1 juli 2026 waarmee het salaris voor de ze loongroep Euro 15,13 bedraagt. (verhoogd per 1 januari 2027 met 0,5% tot Euro 15, 21).

Eenmalige uitkering compensatie EJU
Voor de berekening van de eenmalige uitkering als compensatie voor het vervallen per 1 juli van de eindejaarsuitkering uitgegaan moet worden van de periode 1 januari t/m/ 30 juni 2025.

Transponeringstabel

Bijlage 1 Nieuw loongebouw per 1 juli 2025

Uurloontabel per 1 januari 2025

Nieuwe uurloontabel per 1 juli 2025 (inclusief eindejaarsuitkering en extra functiejaar)

Bijlage 2 CAO verhogingen salarisschalen

Uitgangspunten nieuw loongebouw
Het betreffen de volgende wijzigingen in de vakvolwassen schalen:
– Uitgangspunt voor salarisverhogingen is het uurloon;
– Uitgangspunt voor het weekloon is 40 uur;
– Uitgangspunt voor de berekening van het maandsalaris is 261 werkdagen per jaar;
– Uitgangspunt voor de berekening van het 4 wekensalaris is 260 werkdagen per jaar en de uitbetaling van een 53e week in voorkomende jaren;
– Salarisgroep 1 is een zgn instapschaal en is gelijk aan het minimumloon. De werknemer kan maximaal 2 maanden in deze salarisgroep worden ingedeeld waarna hij automatisch overgaat naar salarisgroep 2 trede 0.
– Uitgangspunt functiejaar is 2,5%, met uitzondering van 1e trede groep 2;
– Het perspectief van de salarisschalen wordt met 1% verhoogd;
– De Eindejaaruitkering (EJU) wordt is ingebouwd in het uurloon. Het betreft 2% exclusief vakantietoeslag in het uurloon. De EJU vervalt vanaf de invoeringsdatum nieuwe loongebouw voor iedereen.
– Vast uurloon in trede II-0 (nu WML) vanaf 1 juli 2025 wordt € 14,69 voor de mensen die vanaf 1 juli meer dan 2 maanden in dienst zijn. Salarisgroep 1 is een instapschaal op WML werknemers voor de periode van 2 maanden.
– Het resterende volume van de eindejaarsuitkering wordt in juli 2025 als eenmalige uitkering uitbetaald;
– Alle medewerkers worden ingedeeld per 31 juni 2025 op het zelfde of naast hogere salaris in de nieuwe schaal;
– Voor de uitvoering zijn een overzicht van het loongebouw met daar in de percentages en een conversietabel beschikbaar waarin de precieze beweging van het oude naar het nieuwe loongebouw is opgenomen.
– Bij de cao verhogingen wordt het salaris verhoogd en afgerond op 2 decimalen.